Abeos
  1. Nieuws
  2. Vliegende kiep Ab Pennings helpt boeren uit de brand

Vliegende kiep Ab Pennings helpt boeren uit de brand

Als bedrijfsverzorger hop je van boerderij naar boerderij. Soms voor een half jaar, soms voor een weekje. Dat vraagt om inzicht, arbeidsethos en vooral een koel hoofd. Want na ruim 26 jaar in het vak weet Ab Pennings: “Geen probleem zo groot of we lossen het op.”

"Geen probleem zo groot of we lossen het op."

Voor spoedgevallen kan Ab zomaar 's avonds gebeld worden om de volgende ochtend ergens te melken. En dan staat hij klaar. Het liefst enigszins voorbereid - hij heeft bijvoorbeeld al eerder op dat bedrijf gewerkt -, maar soms ook zonder enige voorkennis. Dan is het belangrijk om rustig te blijven. “Vroeg of laat krijgen we alles aan de gang.”

Notitieboekje mee

Een vast protocol? Nee, dat is er niet voor onze bedrijfsverzorgers. Elke boerderij is immers anders. Het toverwoord is ‘overleg’, benadrukt Ab. “In geval van geplande ziekenhuisopname of -behandeling kom ik vooraf even langs. Het liefst melk ik een ronde mee om de installatie en werkwijze te leren kennen. De ondernemer en ik lopen dan gelijk even langs de voervoorraad en aanwezige machines. Ik heb een notitieboekje bij me en maak daarin aantekeningen. Het is voor mij vooral belangrijk om te weten wat er verwacht wordt. Sta ik enkel in de put en doen familie of medewerker de rest of ben ik verantwoordelijk voor het volledige management?” Datzelfde geldt bij plotselinge ziekte. Een kennismakingsrondje is dan onmogelijk, maar voor een kort overleg is vaak wel tijd. “Even bellen met de veehouder die op bed ligt en dan ga ik aan de slag.”

AV2024-07-09 Abeos_AVK1662_FINAL-10x15cm_150 dpi.jpg

Op tijd hulp inroepen

Wat Ab wel altijd bij de hand wil hebben, is een lijstje met belangrijke telefoonnummers. “Van de machinedealers, installateurs, robot-helpdesk, elektricien, loodgieter en natuurlijk veearts. Als ik ergens zelf niet uit kom, kan ik hun hulp inroepen. Want je zult altijd zien dat net die week het opdrijfhek hapert of de koeltank storing geeft. Laatst nog had ik mijn twijfels over een krachtvoerbox. Ik ben er alert op dat die dingen werken. Want krijgt een koe te weinig brok, dan daalt de melkgift. De installateur is komen kijken en inderdaad, er was een mankement.” Ook met betrekking tot werkdruk staat de bedrijfsverzorger niet alleen. In Ab’s beginjaren kon één man de dagelijkse boerderijwerkzaamheden prima aan. “Twintig koeien melken, kuiltje openleggen en jongvee voeren met de kruiwagen. En ’s avonds weer hetzelfde rondje. Nu staan er zomaar tweehonderd koeien te wachten en moet je twee of drie rantsoenen mengen en voeren. Dat doe je niet in een paar uurtjes. Je moet je hoofd erbij houden en op tijd een collega inschakelen. Alles om een bedrijf netjes op de rit te houden.”

"Ik verzorg het vee alsof het van mezelf is."

Luisterend oor

Onderschat ook de rol van het thuisfront niet, vervolgt Ab. “Als ik ergens nodig ben voor ziektehulp, maak ik vaak lange dagen. Terwijl dat vooraf niet altijd was voorzien. Dan is het belangrijk dat je vrouw en kinderen dat snappen, en je daarin steunen.”

Zeker omdat de aanleiding best heftig kan zijn. Bij een ernstig ongeluk of plotseling overlijden krijgt de bedrijfsverzorger met veel verdriet te maken. Die gevoelens achterlaten op de werkplek, lukt niet altijd. “Een jochie van net tien jaar oud dat komt vertellen hoe papa altijd de kalveren voerde. Ja, dan krijg ik een brok in mijn keel. Bedrijfsverzorger zijn, is niet alleen een fysieke functie. Er komt ook een sociaal component bij kijken. Op dat kalverenbedrijf bijvoorbeeld ging ik na elke werkdag even de keuken in om een praatje te maken. Gaat alles goed? Moet er iets extra’s geregeld worden? En gewoon even luisteren naar elkaar.”

"In het begin moet je altijd even zoeken naar de juiste methode. En het mooie van vee is: de dieren helpen je vaak daarbij."

Alert op diergedrag

Gelukkig is het werk niet altijd zo emotioneel. Ab geniet er vooral van om ongeacht het bedrijfstype, de dagelijkse werkzaamheden steeds soepeler te laten verlopen. “In het begin moet je altijd even zoeken naar de juiste methode. En het mooie van vee is: de dieren helpen je vaak daarbij. Het zijn immers gewoontedieren. Door goed op hun gedrag te letten, ontdek je als vanzelf hun vaste routines. Zijn ze onrustig, dan doe je iets anders dan ze gewend zijn. Zijn ze rustig en tevreden, dan gaat het goed.”

De werkwijze sluit aan bij Ab’s vuistregel: “Ik verzorg het vee alsof het van mezelf is.” Soms is er zelfs ruimte om verbeteringen in het management door te voeren. “Op een bedrijf waar ik negen maanden heb gelopen, hadden ze problemen met de uiergezondheid. Vanuit nieuwsgierigheid ging ik toen meedenken met de veehouder. Het viel me bijvoorbeeld op dat de melksnelheid hier hoger was dan op andere locaties waar ik met eenzelfde installatie had gewerkt. En ja hoor, nadat we rustiger gingen melken, begon het celgetal te zakken. Dat zijn mooie dingen.”

“Net zoals de band die je opbouwt met de dieren en de klant.” Op een bedrijf in de Flevopolder herkende Ab na verloop van tijd bijvoorbeeld elke koe aan de achterkant van haar uier. Zo vaak had hij daar gemolken. “Maar op de zondag regelde de veehouder altijd een andere melker, zodat ik naar de kerk kon. Dat waardeerde ik."

Blijven leren

Die waardering was wederzijds. Want toen de klant besloot het fysieke melken vaarwel te zeggen en omschakelde naar een robot, vroeg hij Ab mee te helpen bij het inmelken. Een uitdaging die de bedrijfsverzorger graag aannam. “Ik had toen nog niet veel ervaring met robotsystemen. Net na de introductie waren ze namelijk nogal complex en hield ik me er verre van. Inmiddels was de gebruiksvriendelijkheid flink toegenomen. Ik heb het opgepakt en sindsdien loop ik ook ontspannen op robotbedrijven rond.” Je bent nooit te oud om te leren, wil Ab maar zeggen. En in de veehouderijsector gaan de ontwikkelingen snel, dus de wil om mee te ontwikkelen, moet er wel zijn.

"Eieren sorteren, machines bedienen en een scherp oog op diergezondheid houden, dat houd ik vol tot aan mijn pensioen."

Pluimveehouder

Ab, opgegroeid tussen de kippen en varkens, maakte op zijn twaalfde voor het eerst kennis met rundvee. “Ik nam het bijbaantje van mijn broer over en werd monsternemer. Liep ik met m’n kistje naar de buren toe. Maar het ging pas echt los toen het koeienbedrijf van mijn oom afbrandde. Hij liet een heel nieuwe, moderne ligboxenstal bouwen. Je begrijpt, daar was ik niet meer weg te slaan. De ene zondag werkte ik tussen de koeien en de andere zondag thuis.”

Bij Abeos is het eigenlijk niet anders, lacht hij. Als bedrijfsverzorger neemt hij de werkzaamheden op het bedrijf over in geval van ziekte of vakantie. Vaak bij melkkoeien. Echter, zijn vaste aanstelling is op een legkippenbedrijf. “Hier werk ik fulltime. En met veel plezier. Want eerlijk is eerlijk, de mate van automatisering in pluimvee is hoog en dat combineert goed met mijn leeftijd. Eieren sorteren, machines bedienen en een scherp oog op diergezondheid houden, dat houd ik vol tot aan mijn pensioen.”

Meer artikelen van dit soort artikelen lezen?

Lees meer

Meer lezen?

Lees meer inspirerende verhalen en actuele ontwikkelingen op onze nieuwspagina!

Specialistische diensten
Bekijk al onze diensten